Renilde Hammacher 100 jaar

Renilde Hammacher 100 jaar

Naast de indrukwekkende collectie die Boijmans van Beuningen zelf al heeft met werken van Bosch, Rembrandt, Van Gogh, Mondriaan, Magritte en Christo zijn er regelmatig exposities van bekende kunstenaars zoals onlangs nog Jan van Eyck. In 1970 was er een expositie van Salvador Dali. Hij was binnen gehaald door de toenmalige conservator Renilde Hammacher-van den Brande. Zij was de eerste hoofdconservator moderne en hedendaagse kunst (van 1961 tot 1978) en verantwoordelijk voor het verwerven van een flink deel van de betreffende collectie. Onder haar bewind werden onder meer stukken van Salvador Dalí, René Magritte en Man Ray aangekocht.

31 maart werd ze honderd jaar oud en ze wordt daarom geeerd met twee exposities die 13 april worden geopend. In het entreegebied van het museum worden aan de hand van affiches en foto’s de inspanningen en activiteiten van deze bijzondere conservator getoond. Daarnaast zijn in het Van der Steurgebouw tientallen sleutelwerken te zien uit de collectie naoorlogse kunst die door Renilde Hammacher werden aangekocht. Gesteund door directeur Coert Ebbinge Wubben wist zij in zestien jaar tijd de afdeling moderne kunst een geheel eigen gezicht te geven.

David Hockney -Two deckchairs

Ze wist een omvangrijke collectie surrealistische kunst op te bouwen, waaronder werk van Het surrealisme dat destijds in Nederlandse musea nauwelijks vertegenwoordigd. Op het gebied van eigentijdse kunst deed ze belangrijke aankopen en maakte ze talrijke tentoonstellingen, waaronder solo-exposities van David Hockney (1970), Mark Rothko (1971), Joe Tilson (1973) en Dan Flavin (1975). In 1972 werd speciaal voor het exposeren van hedendaagse kunst de nieuwe Bodon-vleugel van het museum verwezenlijkt, waar tot op de dag van vandaag moderne kunst wordt getoond. De door Hammacher aangekochte surrealisten en andere klassiek moderne werken, zoals werk van H.N. Werkman, Max Ernst en Joan Miró, zijn te zien in ‘De Collectie Verrijkt’, de vaste opstelling van het museum.

Een van de werken die vanaf 13 april weer is te zien is het geliefde werk ‘Grey, Orange on Maroon, no. 8’ (1960) van Mark Rothko, waar bezoekers vaak naar vragen. Met deze tentoonstelling heeft het museum de kans om werken te exposeren in een context die duidelijk maakt hoe de collectie moderne en hedendaagse kunst in de jaren zestig en zeventig is opgebouwd. Naast het werk van Mark Rothko zijn topstukken van onder meer Lee Bontecou, Louise Nevelson, R.B. Kitaj, Jim Dine, Christo en Daniel Spoerri te zien. In de zomer zal een wisseling plaatsvinden en wordt de nadruk gelegd op de meer conceptuele tendensen en werken die Renilde Hammacher vanaf midden jaren zeventig aankoopt, zoals werk van Jannis Kounellis, Dennis Oppenheim, Alighiero Boetti en Gilbert & George. Het monumentale schilderij van Rothko is tot het einde van de tentoonstelling te zien.

13 april 2013 t/m begin 2014

Email dit artikel naar een vriend Email dit artikel naar een vriend

About Jeroen Veenstra