recensie ‘Bouta’ van Tjon Rockon, Marjolijn van Heemstra en Anoek Nuyens

Bouta van Tjon Rockon, Marjolijn van Heemstra en Anoek Nuyens (c video stills grazen.nl)

Kwestie Bouterse van binnenuit verlicht met indrukwekkend onderzoekstheater.

“Wij mensen zien alleen wat zichtbaar is, ik ben blij met wat er niet is gebeurd”, schrijft één van de buitenvrouwen van Desi Bouterse bij wie hij de nacht doorbracht direct na de decembermoorden. Zij zag die nacht een gebroken man binnenkomen die zijn menselijkheid dreigde te verliezen. Wellicht zou hij zijn leven als een beest voortzetten met alle verschrikkelijke gevolgen van dien: “Ik bleef bij hem om zijn menselijkheid te redden”.

Dit is één van de vele anekdotes die de makers van ‘Bouta’ opvoeren in hun goed gedocumenteerde reconstructie van het leven van Bouterse om dichter bij de man te kunnen komen die “al dertig jaar een steentje in de schoen” van Nederland is. Voor deze reconstructie hebben ze niet alleen de bronnen grondig geraadpleegd, maar zijn ze ook naar Suriname gereisd om zoveel mogelijk mensen over Bouterse te kunnen spreken. Daarbij zijn ze naar het binnenland getrokken (de enige plek waar Bouterse volgens eigen zeggen kan slapen als een roos) en zijn ze naar de top van de Voltzberg geklommen. Daar bevindt zich een gedenksteen van oud-gouverneur A.J.A.A van Heemstra, familie van één van de makers Marjolijn van Heemstra. De wortels van de andere maker Tjon Rockon zijn zelf Surinaams. Een moksi, zegt hij. “Dogla boy”, roept iemand uit het publiek. De derde maker, Anoek Nuyens, moet besmuikt vaststellen dat haar enige binding met Suriname een middelbare school werkstuk over de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 is. Maar ondanks dit gebrek aan een directe binding is haar drang de recente geschiedenis van dit land te willen begrijpen niet minder groot dan die van de andere twee. En deze geschiedenis van Suriname concentreert zich bij uitstek rond de persoon Bouterse.

Bouta van Tjon Rockon, Marjolijn van Heemstra en Anoek Nuyens (c video stills grazen.nl)

Het decor bestaat uit een opstapeling van archiefstukken en parafernalia met betrekking tot het onderzoek. Daartussen ook een zevental beeldschermen waarop documentair materiaal te zien is. In dit decor ontwikkelt zich een stuk dat het midden houdt tussen een goed gespeeld ego-document en een lecture performance, aangevuld met een aantal gespeelde scenes. Zo krijgen we aan het eind een donderspeech van Bouterse vertolkt door Tjon die zo is opgeladen door het voorafgaande dat je ineens inziet waar al dat gebral vandaan komt en waar de pijnpunten nu precies liggen.

Daaraan voorafgaand komt dus veel informatie over Bouterse voor het voetlicht. Zijn stamvader Jan Bouterse (1843) komt uit Domburg Zeeland. En de oma waar hij het meest op lijkt is een Indiaanse. Bij veel van de informatie mogen geen namen genoemd worden, want “de NDP schijnt lijstjes bij te houden”. En verder horen we dat Bouterse als jongen op een internaat van de Fraters van Tilburg heeft gezeten (geheel geassimileerd tot Nederlander), dat hij verzot was op The Gothfather film (“keep your friends close, but your enemies closer”), in Rotterdam op de Kruiskade woonde (tegenover de Kentucky), in militaire dienst zat in Steenwijk (Tjon heeft daar ook in dienst gezeten), een speciale opleiding kreeg in de kazerne van Seedorf (waar hij hosselde in porno en oude auto’s), in ’75 naar Suriname ging en via kolonel Valk een blauwdruk voor een staatsgreep kreeg toegespeeld (operatie Zwarte Tulp), etc. etc.

Bouta van Tjon Rockon, Marjolijn van Heemstra en Anoek Nuyens (c video stills grazen.nl)

Maar al deze min of meer bekende feiten worden persoonlijk gestaafd door interviews met mede betrokkenen of vanuit een persoonlijk standpunt bekeken en precies hierdoor ontstaat de kracht van de voorstelling. Zo stond Tjon bijvoorbeeld als kind op 11 december 1982 klaar om met het vliegtuig naar zijn vader in Suriname te reizen, maar vanwege de decembermoorden van 8 en 9 december was het te onrustig en kon zijn reis niet door gaan. Wat als hij een week eerder was gevlogen, zou hij dan in Suriname zijn gebleven en een Bouta mannetje zijn geworden (“de makkelijkste weg”)? En Marjolijn volgt de sporen van haar oudoom de gouverneur die het binnenland heeft laten ontsluiten en zo de bauxiet industrie mogelijk maakte. Maar ook heeft hij “het onderwijsniveau verlaagd”, een onbegrijpelijk feit waarmee ze tot het eind van de voorstelling blijft worstelen.

Door deze bijzonder goede afgewogen mix van opgevoerde feiten, persoonlijke betrokkenheid en een sleutelopvoering van de hoofdpersoon ontstaat er iets wat we onderzoekstheater of documentair theater zouden kunnen noemen en in ons huidige tijdsgewricht superieur lijkt aan de hedendaagse journalistiek. Het paradigma van de huidige journalist is dat van een postmoderne nihilist waarin alleen nog in termen van machtsverhoudingen over politiek en ethiek wordt gesproken waarbij tegelijk een slaafse dienstbaarheid aan de eigen machtsinkapseling wordt tentoongespreid: hoe praat ik zo ‘gewoon mogelijk’ om nog zoveel mogelijk lezers/kijkers over te houden.

Bouta van Tjon Rockon, Marjolijn van Heemstra en Anoek Nuyens (c video stills grazen.nl)

Het onderzoek van Rockon, van Heemstra en Nuyens is gebaseerd op een echte betrokkenheid, zowel in persoonlijk perspectief als in het perspectief van het centraal stellen van de betrokkenheid tussen mensen, los van waar de macht toevallig ligt. Kortom, een waarachtige interesse in het onderwerp, hoe ingewikkeld dat ook is. En dat leidt in dit geval tot een waarlijke verlichting van de kwestie Bouterse.

Wat deze verlichting is? Durf zelf eens na te denken. Welke ethische opvatting vind jij het belangrijkst, en waarom eigenlijk? Zijn de daden van Bouterse begrijpelijk of is hij gewoon schuldig? Enerzijds wordt Bouterse in het stuk dan ook gekenschetst als de Zeeuwse indiaan die door en door tot Nederlander is gemaakt en door Nederlandse machinaties in een situatie terecht komt waarin het verloop door zijn begrijpelijkheid wordt gerechtvaardigd. Anderzijds wordt er geschetst dat Bouterse nog maar één ding zou willen worden wat hij nooit meer kan worden: onschuldig. En hiermee is de fundamentele inter-esse gesteld van waaruit Bouterse als levend persoon in zijn betrekking tot ons volledig wordt uitgelicht. We zien een verscheurd mens door de ogen van andere verscheurde mensen. Gecompliceerd en moedig spreken in het openbaar schijnt tegenwoordig alleen nog in de intimiteit van het kleine theater te kunnen plaatsvinden.

Bouta van Tjon Rockon, Marjolijn van Heemstra en Anoek Nuyens (c video stills grazen.nl)

‘Bouta’ eindigt met een bekende anekdote van één van de medeleerlingen van Bouterse van het internaat van de Fraters van Tilburg die na de moorden door Bouterse met de dood wordt bedreigd en met zijn familie naar de VS vlucht. Als Bouterse een toespraak in New York voor de VN komt houden gaat hij op de voorste rij zitten. Als Bouterse hem na verloop van tijd in de gaten krijgt glijdt er kort een grimas over zijn gezicht, woede, herkenning, verdriet? “En dan knipoogt hij, ik knipoog terug. Als je deze vanzelfsprekendheid kan begrijpen, hij die mij met de dood bedreigd heeft, alleen dan kan je het begrijpen.”

Gezien: ‘Bouta’ van Tjon Rockon, Marjolijn van Heemstra, Anoek Nuyens , 14 februari 2013 in de Rotterdamse Schouwburg.

Na de voorstelling leggen de spelers uit dat ze werken aan een petitie om inzage te krijgen in het tot staatsgeheim verklaarde onderzoek naar de betrokkenheid van kolonel Valk bij de coup in Suriname. De uitkomst hiervan was blijkbaar zo schokkend dat het tot 2060 geheim zou moeten blijven. De petitie is te vinden op maakvandegeschiedenisgeengeheim.nl

Email dit artikel naar een vriend Email dit artikel naar een vriend

About Hans van Dam