recensie ‘Rotterdam’ door Bonheur

Rotterdam door Bonheur (c Bas Czerwinski)

Fokking wreed.

Je bent jong en je wilt wat. Maar wat? In ‘Rotterdam’ worstelen drie twintigers met het leven. Waar wijven scoren, clubben, in je bed liggen en je lam drinken een favoriete levensbestemming lijkt, bekruipt hen meer en meer het beklemmende gevoel dat dit niet voldoet. Het leven is weerbarstiger.

Rotterdam is een goed gemaakte ‘well made play’ zoals de Britten dat zo goed kunnen, een verrassende eersteling van schrijver Hayco Oudeman (1980). Ouderwets vakmanschap van een jonge auteur in flitsende dialogen, die in handen van regisseur Peter Sonneveld goed uit de verf komen. Het spel van Joost Dekker, Laura Mentink en Tomer Pawlicki is overtuigend en maakt de personages levensecht. Zij maken de ontregeling in het stuk voelbaar.

Het is een voorstelling met een ouderwetse vierde wand, zoals bij televisiedrama, voor de spelers is het alsof het publiek er niet zit. Je krijgt een inkijkje in het leven van drie vrienden. Een live sitcom. ‘Friends’, maar dan met een rauwe onderstroom. De binnenkomst in de zaal draagt daar aan bij. Je stapt door het decor naar binnen. En aangezien dat decor de gevel is van een paar panden aan, zoals later blijkt, de Nieuwe Binnenweg, stap je eigenlijk naar buiten. Je stapt de deur uit de zaal in, je stapt door die vierde wand. Vanaf de tribune kijk je letterlijk naar binnen in een van de huizen. De gevel is opengemaakt en toont het eenkamerappartement waarin het stuk zich afspeelt als een kijkdoos.

Rotterdam door Bonheur (c Bas Czerwinski)

Steven, Hannah en David zijn vrienden. Hannah is de jongste, ze woont nog thuis en is naar eigen zeggen 19. Steven is haar vriendje, nou ja, ze blijft wel eens slapen, maar Steven houdt niet zo van exclusiviteit. David is de vriend van Steven, waar hij veel goede raad van krijgt. ‘Kijk, zo pak je een wijf aan’ zegt Steven als hij een ex-vriendinnetje die ophangt tijdens zijn telefoontje terugpakt door te beweren dat ze in het ziekenhuis HIV bij hem hebben geconstateerd en dat de dokter hem adviseerde al zijn bedgenotes te bellen. David knikt, maar zijn eerste date heeft hij pas te pakken aan het einde van het stuk.

Hannah droomt intussen van een leven in bed, maar ze moet vroeg vertrekken om haar moeder de indruk te geven dat ze thuis heeft geslapen. Haar liefdeloos ouderlijk huis verlaat ze om bij Steven in te trekken. Die ziet dat aanvankelijk totaal niet zitten. Stevens grote bek blijkt groot verdriet te moeten maskeren. Hij is zijn vader drie maanden geleden verloren. Hij kan het niet aan het verdriet van zijn moeder te zien. En als hij toch bij haar langs gaat neemt hij zijn vader mee, van het kastje in de hal. In een urn. In een prachtige scène gaat hij, de urn omklemmend in de ene en Hannah in de andere arm, schoorvoetend akkoord met Hannahs komst.

Het gaat niet goed met Steven. De drank neemt de overhand en als er gevochten wordt op straat en een vuurwapen afgaat denkt Steven geraakt te worden. De eerder wat kinderlijke Hannah neemt de touwtjes in handen en gaat als de verstandige vrouw voor hem zorgen. Zij brengt de realiteit weer in zijn leven. Maar toch. Langzaam maar zeker voel je de beklemming toenemen. Steven heeft steeds meer moeite de werkelijkheid van de spoken in zijn hoofd te onderscheiden. En Hannah komt er ook niet uit. “Wil je normaliteit? Zullen we een taxi nemen en uit eten gaan en dan door de stad lopen hand in hand? Dat de mensen denken wat een gelukkig stel, ik wou dat ik een van hen was.”

Rotterdam door Bonheur

In een onderonsje met David die steeds minder vaak langskomt en zijn vriend voor idioot verslijt (“je laat je vriendin toch zeker geen goudkleurig kussen op je bank leggen”) vertelt Hannah hoe ze in het leven staat. En dat ze het maar moet doen met een kleine plek leefbaar maken, van haar maken. Maar of haar dat genoeg is? David lijkt er nog het beste af te komen, nu hij eindelijk een romance beleeft. Steven trekt het steeds minder en het slot van Rotterdam is dan ook geen happy end.

Speelde Bonheur vorig seizoen in De Meid de straattaal van toen (1905), in Rotterdam is absoluut de taal van nu te horen. Wervelende one-liners komen vanzelfsprekend uit de monden van de acteurs rollen alsof ze zelf nooit anders praten. De tekst is muzikaal, in ritme, maar ook in de afwisseling tussen serieus en komisch, adagio en allegro. De eerste scène duurt het langst, daarna wisselen de scènes steeds sneller. De dagen volgen elkaar steeds sneller op.
Hoe laat het is in het stuk valt meestal het beste op te maken uit het licht dat door het enige zijraampje schijnt, soms met een rozige zonsopganggloed, dan weer van een zon die hoog aan de hemel lijkt te staan. Er is weer eens een gat in de dag geslapen.
Een mooie vondst is ook om dit raam de enige verbinding te laten zijn met de buitenwereld. Door dit raam kun je sleutels naar beneden gooien, maar je kunt er ook van buitenaf door beschoten worden als op de Nieuwe Binnenweg een vechtpartijtje uit de hand loopt.

Rotterdam door Bonheur

Paleis van Boem maakte een opdringerige soundtrack door fragmenten aaneen te klinken uit niets-aan-hand spelshowdeuntjes en gouden-bergen-belovende reclameslogans. De buitenwereld doet geloven dat iedereen gelukkig kan zijn. In plaats van een doek markeert deze soundtrack als een wall of sound de scène-overgangen.

Licht, toneelbeeld, kostuums en geluid, alles staat ten dienste van het stuk, van het verhaal en de onderliggende teneur. Alles van huis uit meegekregen, opgegroeid in Hilligersberg, geen geldproblemen, terechtkomen in een wereld van keuze-stress en veelbelovende verlokkingen die onthutsend leeg is. Mooier wordt het leven niet, en makkelijker kan ook niemand beloven. Hier moet je het mee doen.

Het is bijzonder dat dit debuut van Hayco Oudeman gespeeld wordt. Er zijn weinig jonge toneelauteurs die ook daadwerkelijk gespeeld worden. Veel te weinig. Oudeman (1980), opgegroeid met het Londonse West-End theater, schreef zijn stuk zonder ooit een Nederlands theater van binnen te hebben gezien. Hij stuurde het naar Bonheur waar het in tegenstelling tot het lot van de meeste toegezonden stukken aan gezelschappen niet direct op een grote stapel ‘nog te lezen’ verdween. Fijn dat Bonheur en Peter Sonneveld het aandurven een jonge auteur een podium te bieden en het Nederlandse theater met dit nieuwe stuk en deze opvoering te verrijken. Het enige minpunt is dat de titel ‘Rotterdam’ minder gelukkig is gekozen, want die is te breed en dekt de lading onvoldoende.

tekst Hayco Oudeman | regie Peter Sonneveld | spel Joost Dekker, Laura Mentink, Tomer Pawlicki | decor Jasper Niens | kostuums Sergio Cruz Ramirez | licht Paul van Laak | geluid Het Paleis van Boem

Gezien: 11 november 2011. Nog te zien t/m 11 december in het Bonheur Theater

www.bonheur.nl

Email dit artikel naar een vriend Email dit artikel naar een vriend

About Margo de Poel