recensie ‘Kust’ door het Ro Theater

Kust door het Ro Theater (c Leo van Velzen)

‘Kust‘ feilloos pleidooi voor scheppende hoop in donkere tijden.

Een reis van een ontwortelde zoon met en langs het verleden van zijn overleden vader, zoekend naar een juiste begraafplaats. Dat zou feitelijk een adequate inhoudelijke beschrijving zijn van het tweede stuk dat het Ro Theater opvoert van de Libanees/Frans/Canadese schrijver Wajdi Mouawad. Dat klinkt niet echt wereldschokkend.

Maar het is nu net precies het contrast tussen deze ‘dode’ inhoudelijke beschrijving en de volle levende ervaring van het door Zandwijk exemplarisch getoonde dat de inhoudelijke boodschap van ‘Kust’ als een bom doet exploderen. Hierdoor is ‘Kust’ in zeker zin hechter dan ‘Branden’, het andere stuk van Mouawad dat regisseur Alize Zandwijk succesvol op de planken bracht. Was de dramatische ontwikkeling in ‘Branden’ sterker qua verhaallijn, in ‘Kust’ heeft de regisseur met een feilloze intuïtie de pamflettistische ideeën in het stuk op unieke wijze vormgegeven. Deze ideeën draaien om ‘het doden van de vaders’ en het ‘blijven noemen van de namen’, beeldspraken voor ‘verandering door het breken van wetmatigheden’ en ‘respect voor het individueel levende’, het levende dat steeds weer opnieuw begint zonder dat de uitkomst vastligt.

Kust door het Ro Theater (c Leo van Velzen)

Deze thema’s op zich zijn niet nieuw. De revolte van de zoon tegenover de vader was de rode draad in het expressionisme van de jaren ’20 in de Weimar Republiek. In diezelfde tijd verkondigde de filosoof Walter Benjamin dat je door de dingen bij hun werkelijke naam te noemen deze kon bevrijden uit hun dodelijke cognitieve traliewerk: de naam als ‘het universele op zichzelf’. Mouawad kent zijn klassiekers. Wat hem echter wel bijzonder maakt is de taal waarin hij deze ideeën weet te gieten. Hij weet ze als het ware zelf tot leven te wekken, door ze zelf opnieuw bij hun naam te noemen. Zo is het land waar de hoofdpersoon met het lijk van zijn vader doorheen trekt en dat verwoest is door oorlog heel abstract: dit kan overal zijn. Maar alle gruwelijkheden die geschetst worden, en dat zijn er nog al wat, zijn absoluut uniek en individueel. De dubbele bodem die Mouawad in de taal weet toe te passen, waarin zowel inhoud als vorm samenvallen, is op zijn beurt uniek te noemen.

Precies ditzelfde weet Zandwijk met haar regie te bereiken. Decor en enscenering lijken bedrieglijk eenvoudig. Wat opgehangen lakens en doeken, een tapijtje met een matras erop, een parasol en een tuinstoel, een schaduwspel op één van de opgehangen lakens, een bos van vijftien in elkaar geknutselde zwarte bomen, in handen van Zandwijk transformeert deze tweede hands inboedel die overal te vinden is tot precies dat wat ze moeten doen: in hun naakte en toevallige individualiteit het wezenlijke tonen. Ook de uitstekend presterende acteurs lijken in hun individuele verschijning aan deze intuïtie te voldoen. De rode draad in Zandwijks artistieke leiding door de jaren heen lijkt met ‘Kust’ tot volle wasdom gekomen: de scheppingskracht van het levend individuele exemplarisch aan het licht te brengen in het meest banale, zelfs al lijkt de wereld erin ten onder te gaan.

Kust door het Ro Theater (c Leo van Velzen)

En dat is de wereld in ‘Kust’: een donkere plek vol verschrikkingen. En daar zit net de enige zwakke plek. Als de zoon met zijn dode vader op zoek naar een graf een aantal jonge reisgenoten heeft opgepikt die allemaal hun eigen gruwelijke verhaal over de oorlog hebben, blijft de hoop die zij putten uit de mogelijkheid de verhalen te kunnen vertellen net iets te lang steken in het herhalende pamflettistisch karakter: het lijkt iets te naïef. De aandacht verslapt dan wat in de twee uur en een kwartier durende voorstelling. Maar op het moment dat de groep de zee bereikt en de wereld plots hel verlicht blauw is en een nieuwe horizon heeft, valt alles op zijn plaats. Het gruwelijk duistere stuk eindigt in een louterende verlichting.

Er is maar één proef op de som, en precies dat is het leuke van theater als kunstvorm: je zal in de zaal moeten gaan zitten om te kijken of dit geheel nu wel of niet tot leven komt. Je moet je onderdompelen in het absoluut individuele van de opvoering en kijken of het werkt. En ook hier zit er een mooie dubbele bodem in het stuk. Het publiek wordt aangesproken als edelachtbare: de rechter die moet uitmaken of het nu wel of niet klopt. De rechtspraak van de mens over zichzelf.

Gezien: 21 januari 2012 in het Ro Theater. Landelijke tournee 11 januari t/m 23 januari 2013 en weer in het Ro Theater van 25 januari t/m 9 februari 2013

Kust door het Ro Theater (c Leo van Velzen)

foto’s: Leo van Velzen

www.rotheater.nl

Email dit artikel naar een vriend Email dit artikel naar een vriend

About Hans van Dam