recensie TWOOLS 14 door Scapino Ballet

recensie TWOOLS 14 Scapino Ballet

Het jaarlijkse feestje van Scapino, ‘Twools 14′, manifesteerde zich zeker in de vorm van een achtbaan. Tien korte voorstellingen in anderhalf uur stormen door de zaal. Het enthousiaste publiek werd getrakteerd op stukken van acht choreografen, zowel dansers die sinds een tijdje ook choreograferen zijn tot oude rotten in het vak Ed Wubbe (artistiek leider Scapino) en het Rotterdamse duo Voortman en de Jonge, die vooral furore maakten met hun voorstellingen op spitzen.
Special guest was ex Scapino danser Jan Kooijman, nu bekend als tv-acteur (GTST, SYTYCD) die in zijn kielzog zowel breakdancer Juvat Westendorp als de rockband King Jack binnenhaalde. Deze band met haar aanstekelijke jaren ’70 rock brak door na een optreden bij DWDD, en speelde bij vier dansstukken deze avond.

TWOOLS 14 door Scapino Ballet

De voorstelling wordt ingezet en geëindigd met het driedelige ‘Say cheese to the mob’ van Ed Wubbe, op muziek van King Jack.
Vooral deel twee begint met een mooi, pakkend duet op de voorgrond. Maya Roest en Mischa van Leeuwen vormen een sterk duo en trekken vanzelf de aandacht naar zich toe met hun overtuigende aanwezigheid. Hun bewegingsidioom klopt met de ruigheid van de muziek: “Every day you were never around” met een stuwende bas eronder. Toch is er ruimte voor stilstand en aandacht in spannende vloeiende bewegingen.

Mannen in pak met vervaarlijk rondzwierende katapulten paraderen over het toneel. De dansers maken wonderlijke steeds ‘aan elkaar plukkende’ dansbewegingen die een vanzelfsprekende leidraad vormen in het stuk. De vallende en scharende bewegingen van Sherida Lie in het duet aan het slot zijn spannend en ontroerend tegelijk.
Voordat we zover zijn is echter een bonte parade aan choreografieën gepasseerd, ieder met een eigen idioom, waarin de dansers schijnbaar moeiteloos schakelen. Onder andere ‘Mind the Gap’ van de Portugese Pedro Goucho Gomes. Vanuit een kaal toneelbeeld met drie lijzige lange mannen in de schaduw, bouwt hij vloeiend op naar een originele choreografie waarin schoenen schijnbaar het leitmotiv vormen. Halverwege vallen deze ineens uit de lucht. De mannen wentelen zich om elkaar, de schoenen in de hand, in de mond. Je wordt gevangen in het beeld van het spel; er beweegt een danser behoedzaam zitliggend achteruit met een bergje schoenen op zijn buik, er mag er niet één vallen.

TWOOLS 14 door Scapino Ballet

Verrassend was Loic Perela, zowel danser als choreograaf bij Scapino. In ‘Par la main’ lopen vijf witte schimmen zwijgend zachtjes op de plaats en bieden daarbij zicht op hun prachtige danseressenbenen, de vloeiend manoeuvrerende gewrichten uitgelicht. Dit gaat over in een prachtig rennen. Soms dwaalt een danseres af uit de groep, een ledemaat doet even wat anders, niet vaak. Het eindigt in een zucht, met slechts hun hoorbare adem na deze fascinerende, schijnbaar simpele inspanning.

Met ‘All the things we don’t know’ wil Jan Kooiman een verhaal vertellen, iets dat iedereen begrijpt. Daarin is hij geslaagd met een combinatie van film, muziek en dans. Filmbeelden in split screen tonen twee gelukkige gezichten in bed, een man en een vrouw die we even eerder op het toneel zagen dansen. De jonge hondenband King Jack wordt geïntroduceerd door een bas solo, die het hele stuk leidend blijft. De theatrale heftigheid in muziek en dans kloppen met elkaar. De man en de vrouw uit de film doen een innig duet, totdat zij wegrent uit zijn armen. Naar een ander. De feel good movie is gebroken, een driehoeksverhouding geboren. De gespletenheid zal voor velen een herkenbaar thema zijn en daarmee is het verhaal duidelijk en aanstekelijk verteld.

Maria Voortman en Roberto de Jonge tonen in ‘Laat me met mij meegaan’ een klein wijffie, ze komt gebogen op het toneel en torst een enorm hoofddeksel. Op de muziek van Turkse klanken ontpopt ze zich tot een lange, lenige vlinder. Haar lichaam lijkt geleid te worden door haar romp, haar ranke lijf in witte bh en lange broek. In deze solo weet Bryndis Brynjolfsdottir vrijwel constant te boeien, doordat je schijnbaar niet weet ‘waar de beweging vandaan komt’. Het is een vloeiend geheel, dat je echter niet aan ziet komen.

TWOOLS 14 door Scapino Ballet

‘Find me please’ van de Chinese Min Li vormt een knap geschakelde dansmonoloog over Facebook. “I opened my Facebook. Oh, Whitney passed away, I was shocked. Then I forgot, I was poked-poked-poked! He looked kind-a-cute. Turned out the motherfucker had a boyfriend.”

Op de achtergrond de twee danseressen, de één manipuleert de ander als een pop, beweegt haar mond. Terwijl ze praat, wordt de danseres omhoog gehouden als een kind dat onderweg moet plassen in het gras. Om beurten grijpen ze de aandacht, op Facebook, op het toneel. Tot slot grijpt een danseres de microfoon als de ander compleet ligt ingerold door het microfoonsnoer: ”Please add me on Facebook”.
Ik zou het zeker doen, om op de hoogte te blijven van dit gewaagde maar geslaagde concept waarmee Scapino ook nu weer succesvol haar nek uitsteekt en jonge choreografen een Schouwburg podium biedt.

‘Twools 14′ is in de Rotterdamse Schouwburg te zien vanaf 4 t/m 7 juni.
Kijk voor meer informatie op: www.rotterdamseschouwburg.nl

Email dit artikel naar een vriend Email dit artikel naar een vriend

About Katinka Buters