“Niemand heeft me ooit in dit pak gezien”, vertelt Lee Towers in de documentaire die Hans Heijnen (Sittard 1957) over hem gemaakt heeft en die op het IFFR vertoond wordt. Towers staat bij een lang kledingrek waar zijn `werkkleding’ hangt, de kostuums en pakken van zijn optredens. Hij haalt een azuurblauw pak te voorschijn. Trekt het aan en showt het aan de filmer. Met ‘Lee Towers: The Voice of Rotterdam’ maakte Heijnen een onverwacht boeiende documentaire.
In het begin van de documentaire bekruipt je even het gevoel dat het niet goed gaat. Dat de oppervlakte of de sentimentele clichés de overhand zullen krijgen, maar dat gevoel is snel voorbij. De filmmaker blijkt greep te hebben op de materie. Het is ook niet zijn eerste muziekfilm. Eerder maakte hij documentaires over Nederlands Indische rockmuziek (Rockin Ramona) en een film over Johnnie Hoes (Och was ik maar) en ontving voor zijn documentaires twee Gouden Kalveren. Towers heeft vertrouwen in Heijnen en geeft hem de vrije hand. Dat ligt niet voor de hand begrijpen we uit de film want Towers is een dominant man, maar hij wil ook een zo goed mogelijk document.
Gefilmd tijdens de make –up voor een optreden in Ahoy voor een publiek van duizenden zegt Towers: “Je moet een hele viriele uitstraling hebben als je daar staat”. Towers cultiveert -zo komen we en passant te weten- heel professioneel zijn imago en deze documentaire draagt daaraan bij maar is ook in andere opzichten een kans. Thuis op de bank zegt hij tegen zijn kleindochter, zes jaar oud: “Dit kunnen ze je nooit meer afnemen. Dit staat nu op film al wordt je honderd”. Towers kent ook de schaduwkanten van de professionaliteit: “Ahoy kun je niet cancelen”, ook niet als een geliefde sterft.
Voor een optreden in een obscuur gelegenheids- kleedkamertje in een houten clubgebouw in de polder. Smal kamertje. De zanger zit tegen de wand op een plastic stoel. Alleen. Er gebeurt niets totdat een vrouw binnenkomt die de zanger begroet en uitlegt dat haar broer met het Downsyndroom zijn verjaardag viert. Die broer wilde alleen Lee Towers op zijn feestje: omdat die zo goed gekleed is. Hij houdt zelf ook van nette kleding legt de vrouw uit. Towers gaat een zaaltje binnen, feliciteert eerst de jarige, complimenteert hem met zijn nette kleding.
Tussen scenes door monteert de filmer korte inserts van containers, een referentie aan de haven waar Towers als onderhoudsmonteur (beroemde foto boven in een kraan) zijn werk met plezier gedaan heeft. De bekende tv-presentator Willem Duijs doopte Towers ooit tot ‘De Zingende Kraanmachinist’. Het ritme van montage en film matchen, de camera is stil waar hij stil moet zijn en beweegt waar hij moet bewegen. Mobiele shots rond het glamouroptreden in Ahoy, stille shots daartussen. Blonde vrouwen in het publiek, vergezeld van veelal somberder kijkende middelbare mannen.
“Iedereen kan alles worden…, behalve als je lui bent“. Ook voor wie niets met de Rotterdamse wereldzanger heeft, geeft de documentaire een boeiend beeld van zowel mens als fenomeen Lee Towers zanger en ook van diens liefhebbers. Dat laatste woord moet wel tussen aanhalingstekens omdat je Towers ook ziet zingen op een bedrijfsparty waar het publiek integraal met de rug naar het podium staat, misschien komt dat ook door de camera , maar toch….
“Heb je Geert Mak gelezen, ‘ Het land van mijn vader’?” Zo was het vroeger bij hem thuis, heel christelijk en artiesten waren slecht. Maar zijn vader zou heel trots op hem geweest zijn, vertelt Towers. De documentairemaker die, naar eigen zeggen, op de filmacademie nog horrorfilmer wilde worden, bleek goed te zijn in het portretteren van mensen en hun specifiek omgeving. De film ‘Lee Towers: The Voice of Rotterdam’ is daar een uitstekend voorbeeld van.
Ik was afgelopen zondagavond in Nijmegen geweest.
En Ik vond hele mooie documentaire van Lee Towers.
Deze leve kanjer (van mij) is gewoon gebleven, maar eigenlijk ook hele familie.
Lee, als je dit leest van mij, ik blijf je bewonderen hoor.
Als de dvd komt, ik koop hem en ga ik veel naar kijken weer.
Ik heb de documentaire gezien op uitzendinggemist en ik was diep onder de indruk. Mijn vader kwam ook uit Rotterdam en herken zoveel van de manieren waarop hij zich uitdrukt en wat hem raakt. Lee Towers is een bijzondere en integere persoonlijkheid.
Het meest treffende vond ik dat “bedrijfsfeestje”. Er wordt flink geïnvesteerd in dure artiesten en de meeste collega’s hebben vooral interesse in de vreettentjes die altijd ver van het podium staan. Ook vond ik het gesprek met de sponsors erg treffend. Bijna hautain hoe de “grote bazen” zich onderhielden met Lee Towers. Het leek wel ingestudeerde interesse met de gedachten al bij de volgende meeting.
Ik was na het zien van de documentaire ontroerd. Dit was zo mooi en het toont hoe belangrijk het is dat dergelijke documentaires steun verdienen om gemaakt te kunnen worden.